Afspraak?

(+32) 011/850.160

info@vanhoyland.be      

Openingsuren

Maandag - vrijdag

08.00-12.00
14.00-18.00

Telefonisch Bereikbaar   

08.30 - 12.00 
14.00 - 17.00

Vrije Raadpleging

Hasselt
donderdag tussen 15.00-17.00

Collectieve schuldenregeling

Leefgeld

Collectieve schuldenregeling - Leefgeld

1.

In het kader van collectieve schuldenregeling (CSR) dient de schuldbemiddelaar in beginsel aan de schuldenaar een leefgeld ter beschikking te stellen, rekening houdend met de activa en de passiva van de schuldenaar.

Het leefgeld dient in principe hoger te zijn dan het voor beslag of overdracht vatbare gedeelte van het inkomen. Weliswaar kan hiervan (tijdelijk) worden afgeweken mits schriftelijke toestemming van de schuldenaar. In dat echter mag het leefgeld niet lager zijn dan de bedragen die vastgesteld zijn in het kader van art. 14 van de wet van 2 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie.

2.

Voor wat het voor beslag of overdracht vatbare gedeelte van het inkomen betreft, zijn de drempels van loonbeslag en loonoverdracht voor het jaar 2016, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 17/12/2015, als volgt bepaald:

grens nettoloon

sommen vatbaar voor beslag of overdracht

loon onder of gelijk aan € 1.073,00

€ 0,00

loongedeelte tussen € 1.073,01 - € 1.153,00

20% (of max. € 16,00)

loongedeelte tussen € 1.153,01 - € 1.272,00

30% (of max. € 35,70)

loongedeelte tussen € 1.272,01 - € 1.391,00

40% (of max. € 47,60)

loongedeelte boven € 1.391,00

alles

Voorbeeld 1:

Jan heeft een netto maandloon van € 1.500,00. In geval van loonbeslag of loonoverdracht zal hij de som van € 1.291,70 kunnen behouden (€ 1.391,00 - € 47,60 - € 35,70 - € 16,00 = € 1.291,70).

Wanneer echter de werknemer bovenop zijn maandloon nog een sociale uitkering (zoals een werkloosheidsuitkering, uitkering vanwege het fonds voor bestaanszekerheid, vergoeding wegens arbeidsongeschiktheid) ontvangt, worden beide bedragen samengeteld en op deze som worden bovenstaande drempels toegepast.

Voorbeeld 2:

Jan heeft een netto maandloon van € 1.000,00. Daarnaast ontvangt hij een vergoeding wegens gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid ten bedrage van € 250,00. Het in aanmerking te nemen "nettoloon" van Jan bedraagt aldus € 1.250,00 (€ 1.000,00 + € 250,00). Bijgevolg zal Jan in geval van loonbeslag of loonoverdracht alleszins de som van € 1.204,90 kunnen behouden (€ 1.250,00 - € 16,00 - € 29,10).

Wanneer echter de werknemer enkel een sociale uitkering of vervangingsinkomen geniet, gelden de volgende drempels van loonbeslag en loonoverdracht voor het jaar 2016:

grens nettoloon

sommen vatbaar voor beslag of overdracht

loon onder of gelijk aan € 1.073,00

€ 0,00

loongedeelte tussen € 1.073,01 - € 1.153,00

20% (of max. € 16,00)

loongedeelte tussen € 1.153,01 - € 1.391,00

40% (of max. 95,20)

loongedeelte boven € 1.391,00

alles

Voorbeeld 3:

Jan heeft een invaliditeitsuitkering van € 1.500,00. In geval van loonbeslag of loonoverdracht zal hij alleszins de som van € 1.279,80 kunnen behouden (€ 1.391,00 - € 92,20 - € 16,00 = € 1.279,80).

Het bedrag dat Jan kan behouden in dit geval is aldus lager dan in het geval hij werkt (zie voorbeeld 1)

De hierboven vermelde bedragen worden verhoogd met € 66,00 per kind ten laste.

In beginsel zijn kinderen slechts ten laste indien ze de volle leeftijd van 25 jaar niet bereikt hebben of indien ze onder het statuut van verlengde minderjarigen vallen. Bovendien gelden specifieke drempelbedragen voor de eigen inkomsten van de kinderen. Deze drempelbedragen zijn voor het jaar 2016:

 

2016

samenwonende

€ 3.042,00

alleenstaande

€ 4.394,00

gehandicapt kind

€ 5.571,00

3.

De bedragen die vastgesteld zijn in het kader van art. 14 van de wet van 2 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie bedragen vanaf 01/06/2016, exclusief gezinslast:

 

jaarbedrag (per 01/06/2016)

maandbedrag (per 01/06/2016)

samenwonende

€ 6.939,19

€ 578,27

alleenstaande

€ 10.408,80

€ 867,40

samenwonend met gezinslast

€ 13.878,41

€ 1.156,53

Vergoeding voor schade

Gelet op het arrest van het Grondwettelijk Hof dd. 02/10/2008 (arrest 134/2008) en het arrest van het Hof van Cassatie dd. 02/02/2012 (C.11.0093.N),waaruit is komen vast te staan dat een vergoeding voor schade die aan de persoon is verbonden en die aan de persoon die toegelaten is tot de collectieve schuldenregeling wordt toegekend uit de boedel ex art. 1675/7 § 1 Ger. W. dient te worden gehouden.